Focus nieuwsbrieven 2010 - werknemers

De reeks 'Focus op werkbaar werk' neemt telkens één bepaald aspect van werkbaar werk onder de loep en wordt verspreid via de elektronische nieuwsbrief 'Focus op Innovatie & Arbeid' van de Stichting Innovatie & Arbeid.

Hieronder vind je een lijst met de reeds verschenen nummers van deze reeks op basis van de werkbaarheidsmonitor 2010. Intekenen op de nieuwsbrief kan je in de rechterkolom van deze webpagina.

Werknemers

  • Focus werkbaar werk - werkbaar werk voor leidinggevende - mei 2013

    Van alle werknemers heeft ongeveer een kwart leiding over andere werknemers. Verhoudingsgewijs hebben   meer mannen (36,5%) dan vrouwen (16,6%) een leidinggevende functie. Meer leidinggevenden dan niet-leidinggevenden zijn gemotiveerd. Dat geldt zowel voor arbeiders, uitvoerend bedienden als professionals/kader/directie. Bij de twee laatst genoemde groepen zien we wel dat leidinggevenden het moeilijker hebben om werk en privé goed op elkaar af te stemmen.

  • Focus werkbaar werk - arbeidsters met lage scholingsgraad - januari 2013
     
    Sinds 2004 kent het aandeel kortgeschoolde vrouwelijk arbeidsters met werkbaar werk een positieve evolutie namelijk een stijging van 28,9% naar 34,7%. Toch heeft in 2010 slechts één op drie kortgeschoolde vrouwelijk arbeidster een werkbare job. Het probleem van de lage werkbaarheidsgraad bij de kortgeschoolde arbeiders stelt zich nog scherper bij de vrouwen dan bij de mannen. De ambitie uit het pact 2020 om de werkbaarheidsgraad van Vlaanderen op te trekken tot 60% zal een bijzondere inspanning vragen voor de vrouwelijke kortgeschoolde arbeidsters.

  • Focus werkbaar werk - werkdruk zorgmedewerkers neemt toe - april 2012

    62,4% van de zorgmedewerkers in Vlaanderen heeft een werkbare job. Dat is meer dan andere werknemers in Vlaanderen die vaker een job hebben die minder motiverend is en/of minder leerkansen biedt. Voor werkstress is er geen verschil, ongeveer 3 op 10 heeft stresserend werk. Opvallend is dat de 'drukke' jobs bij de zorgmedewerkers toegenomen zijn tussen 2004 en 2010. Dat blijkt uit de resultaten van de werk-baarheidsmonitor van de SERV – Stichting Innovatie & Arbeid. 

  • Focus werkbaar werk - werkbaarheid onderwijzend personeel blijft stabiel - maart 2012

    57,5% van het onderwijzend personeel in Vlaanderen heeft een werkbare job. Hun job zat in 2010 goed voor zowel werkstress, motivatie, leermogelijkheden als voor werk-privé-balans. In 2004 was de situatie ongeveer hetzelfde (58%). Zowel in 2004 als 2010 zien we dat heel veel leerkrachten/docenten met plezier aan de slag zijn maar dat een zeer grote groep ook aan werkstress lijdt door hoge taakeisen en emotionele belasting. Dat blijkt uit de resultaten van de werkbaarheidsmonitor van de SERV – Stichting Innovatie & Arbeid.

  • Focus werkbaar werk - werknemers langer actief met werkbaar werk - december 2011

    De overtuiging dat zoveel mogelijk werknemers aan het werk moeten zijn en blijven wordt breed gedeeld. Ook de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners pleiten in hun toekomstpact ‘Vlaanderen 2020’ voor langere loopbanen, voor duurzame inzetbaarheid. De meeste werknemers (68,4%) denken ook dat ze in hun huidige job kunnen doorwerken tot hun pensioen. Een grote groep (26,7%) denkt het evenwel niet te halen, tenzij het werk aangepast zou worden. Een kleine minderheid (5,1%) stelt sowieso niet te kunnen doorwerken in de huidige job. Dat blijkt uit de antwoorden van de werkbaarheidsenquête 2010 van de Stichting Innovatie & Arbeid.

  • Focus werkbaar werk - werkbaar beroep? - juli 2011

    De werkbaarheid of de kwaliteit van de jobs van kortgeschoolde arbeiders is sedert 2004 een stuk verbeterd. Dat komt omdat in 2010 meer kortgeschoolde arbeiders een job hebben die leerkansen biedt. Toch blijft de kloof met andere beroepsgroepen erg groot omdat kortgeschoolde arbeiders nog steeds vaker in routinejobs met weinig leerkansen terecht komen. Het plaatje voor kader- en directieleden ziet er helemaal anders uit. Van problemen op het vlak van leermogelijkheden is hier nauwelijks sprake en het werk is meestal ook boeiend en motiverend. Daartegenover staat echter dat veel kader- en directieleden door de hoge werkdruk kampen met werkstress  en problemen om werk en privé in balans te houden. De Stichting innovatie & arbeid heeft voor zes beroepsgroepen de informatie uit de werkbaarheidsmonitor 2010 verder geanalyseerd.

  • Werkbaar Werk voor werknemers 2004 – 2010. Sectoren onder de loep - maart 2011

    De werkbaarheidsgraad is tussen 2004 en 2010 in twee sectoren significant gestegen, met name in de bouwsector en de gezondheids- en welzijnszorg. In de werkbaarheidsmonitor onderzoekt de Stichting Innovatie & Arbeid hoe de werkbaarheid in 12 sectoren evolueert. Het is al de derde keer dat deze enquête plaats vond.

  • Ongewenst gedrag en werkbaar werk - februari 2011

    In de werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie & Arbeid wordt periodiek gepeild naar het ongewenst gedrag op het werk. Daaruit blijkt dat de confrontatie met lichamelijk geweld en/of ongewenst seksueel gedrag toegenomen is en dat het pestgedrag ongeveer gelijk gebleven is. Bij ongewenst gedrag moet niet enkel gedacht worden aan collega's of leidinggevenden. Veelal maken ook klanten, patiënten, passagiers of leerlingen zich schuldig aan verbaal of fysiek ongewenst gedrag. Contactberoepen houden dan ook het grootste risico in om met ongewenst gedrag geconfronteerd te worden.
     

  • Werkbaar Werk 2004 - 2007 - 2010  - september 2010
  • De werkbaarheidsgraad voor loontrekkenden is in Vlaanderen gestegen van 52,3% in 20naar 54,3% in 2010. Ten opzichte van 2007, toen de werkbaarheidsgraad 54,1% was, is de werkbaarheid in 2010 gelijk gebleven. Dat blijkt uit de resultaten van de werkbaarheidsenquête die Stichting Innovatie & Arbeid in het voorjaar uitgevoerd heeft
ota bespreekt de resultaten van de werkbaarheidsmonitor met betrekking tot
ongewenst gedrag op het werk. We gaan na of ongewenst gedrag in 2010 al dan niet
toegenomen is in vergelijking met 2004. We kijken welke verschillen er in 2010 zijn
voor de deelpopulaties en gaan na welke samenhang er is met psychische vermoeidheid, welbevinden in het werk en werk-privé-balans. Bij ongewenst gedrag moet niet
enkel gedacht worden aan collega’s of leidinggevenden. Veelal maken ook klanten,
patiënten, passagiers of leerlingen zich schuldig aan verbaal of fysiek ongewenst gedrag.
Het is niet onze bedoeling de hele problematiek in deze nota uit te klaren. Wij willen
met deze nota enkel illustratief materiaal uit de werkbaarheidsmonitor ter beschikking
stellen aan de geïnteresseerde lezer.