Ondernemingsenquête 2021

Project status
Afgerond

Welke aanpassingen hebben ondernemingen en organisaties doorgevoerd in het personeelsbeleid, arbeidsorganisatie, financiering, digitalisering of marketing gedurende de coronacrisis? Zorgen bepaalde kenmerken van de arbeidsorganisatie, innovatiebeleid of personeelsbeleid ervoor dat ondernemingen en organisaties veerkrachtiger zijn en ze de coronacrisis beter hebben doorstaan dan anderen? Dat onderzoeken we in de Ondernemingsenquête.

Het onderzoek levert cijfers over de feitelijke ontwikkelingen in organisaties in een langer tijdsperspectief. Dit onderzoek wordt al sinds 1998 driejaarlijks telefonisch afgenomen (voorheen heette het ‘TOA’ of Technologie, Organisatie en Arbeid enquête, later ‘IOA’ of Innovatie, organisatie en inzet van Arbeid enquête). Op basis van een selectie van items uit deze enquête wordt sinds 2011 ook de ICO berekend, de Indicator voor Competentiegerichte Ondernemingen.

Wat onderzoeken we?

In de ondernemingsenquête 2021 zitten een aantal basisvragen die een breed spectrum van organisatiepraktijken bestrijken, zoals opleiding, competentiebeleid, werkoverleg, teamwerk en samenwerkingen met andere ondernemingen, organisaties of instellingen.

Daarnaast zijn in deze editie vragen opgenomen over digitalisering, de flexibele inzet van personeel, de ervaren gevolgen en doorgevoerde aanpassingen ten gevolge van de coronacrisis.

Werkwijze

De enquête wordt driejaarlijks telefonisch afgenomen bij een representatieve steekproef van ondernemingen en organisaties uit Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel. Het gaat om ondernemingen en organisaties met minstens één werknemer, uit alle sectoren, inbegrepen het onderwijs, de overheid en de social profit.

De respondenten zijn de personeelsverantwoordelijken of zaakvoerders. De interviews gebeuren aan de hand van een volledig gesloten vragenlijst. De steekproeven zijn gestratificeerd naar sector (industrie inclusief primaire sector, diensten, bouw en quartaire sector) en grootte. De gegevens worden achteraf gewogen voor de totaalcijfers. Voor elke editie wordt een nieuwe steekproef getrokken.

Timing

De vragenlijst is afgenomen in september en oktober 2021. De resultaten worden in verschillende rapporten gepubliceerd. Het project werd afgerond in juni 2023.

Competentiegericht ondernemen in 2021

De helft (51,7%) van de ondernemingen met tien of meer werknemers is competentiegericht en voldoet aan de Indicator Competentiegerichte Ondernemingen (ICO). Dat betekent dat ze bv. opleiding voorzien, werken met competentieprofielen, werknemers betrekken via werkoverleg en teamwerk of bij innovatie en kwaliteitszorg...
Het aantal competentiegerichte ondernemingen is sinds 2011 sterk toegenomen in zowel kleine als grote ondernemingen en in alle sectoren. Er een status-quo ten opzichte van het hoge cijfer in 2018. Ondanks de recente coronacrisis blijven de inspanningen van de ondernemingen voor competentiegericht werken op peil. De doelstelling vooropgesteld van het Pact 2020 is bereikt.

Competentie- en opleidingsbeleid in 2021

Vier op de tien ondernemingen werken met competentieprofielen, ze gebruiken die vooral voor de selectie en rekrutering van nieuwe werknemers. Een kwart heeft een geschreven opleidingsplan en zeven op de tien voert functioneringsgesprekken. Functioneringsgesprekken komen sinds 2011 steeds vaker voor. Vooral bij kleinere ondernemingen is er een toename, bij de grotere lijkt er een verzadigingspunt te zijn bereikt.

Zes op de tien ondernemingen en organisaties voorzagen het afgelopen jaar een opleiding voor hun werknemers. Dat zijn evenveel ondernemingen als in 2018, ondanks de coronacrisis. Wel zijn er opvallende verschuivingen in de opleidingsvorm. Er worden minder klassieke opleidingen en on-the-job trainingen georganiseerd, terwijl e-learning net meer voorkomt. Ook daalt het gemiddeld aantal werknemers dat een opleiding krijgt binnen de onderneming.

De impact van de coronacrisis op de bedrijfsstrategie

De meeste ondernemingen doorstonden de coronacrisis goed (67,2%). Hoe groter een onderneming is, hoe meer kans ze had de coronacrisis ongeschonden door te komen. Opgedeeld per sector brengen vooral de industrie en de quartaire sector het er goed vanaf. De coronacrisis lijkt de ondernemingen die daarvoor al in moeilijkheden zaten, extra te hebben getroffen.

De coronacrisis had een grote impact op de ondernemingen. Verplichte sluiting (31%), afname van de vraag (29%) en leveringsproblemen (27%) zijn de drie belangrijkste gevolgen van de crisis. Het soort gevolgen waarmee ondernemingen werd geconfronteerd, bijvoorbeeld een toename ofwel net een afname van de vraag, bepaalde welke maatregelen zij namen. Heel wat ondernemingen pasten hun werkorganisatie aan (55%) en zetten (verder) in op de digitalisering van hun werkprocessen (44%). 43% paste het takenpakket van de werknemers aan en een even grote groep vroeg een premie aan om de omzetverliezen te compenseren (96% van hen ontving die premie). Als vijfde meest genomen maatregel werd de communicatie- en marketingstrategie aangepast (41%). Een magische oplossing was er niet. Nieuwe producten op de markt brengen, wat niet voor elk type product of dienst kan, is de enige maatregel die ondernemingen een grotere kans gaf om de crisis goed te doorstaan. Toch betekent dit niet dat de andere maatregelen niet nodig of effectief waren. Zij waren waarschijnlijk nodig om de onderneming voor erger te behoeden.

Flexibele inzet van personeel

Als Vlaamse ondernemingen en organisaties personeel flexibel willen inzetten dan kiezen ze vooral voor werken met onderaannemers via ‘projectgebonden uitbesteding’ (54% van de ondernemingen en organisaties), deeltijdsen (58%), flexibele uurroosters (36%) en studentenarbeid (36%). Opvallend is het groot aandeel organisaties in de quartaire sector (61%) dat met vrijwilligers werkt.
We zien voor de verschillende flexibiliteitsinstrumenten uiteenlopende evoluties tussen 2016 en 2021. De meest opvallende zijn de sterke toename van het werken met ‘projectgebonden uitbesteden’ (van 15% naar 54%), tijdelijke werkloosheid (van 19% naar 31%) en het sterk afnemen van werken met flexijobs (van 48% naar 4%). Er werden iets meer flexibiliteitsinstrumenten ingezet dan vijf jaar geleden: een ‘gemiddelde onderneming of organisatie’ zette in 2021 bijna vier van de bevraagde maatregelen in, tegenover drie in 2016.

Invloed van werknemers en hun vertegenwoordigers op managementbeslissingen

Werknemers en werknemersvertegenwoordigers hebben op heel wat managementbeslissingen in hun onderneming of organisatie invloed. Dat is vooral het geval voor beslissingen over de werkorganisatie. Zo hebben ze bij 7 op 10 ondernemingen of organisaties invloed op beslissingen over werkprocessen en bij meer dan de helft op beslissingen over arbeidsregelingen, telewerk of opleiding. Ook op beslissingen over salarisregelingen en ontslagen hebben ze invloed, maar dit in minder dan de helft van de ondernemingen. Ze hebben bij ruim 3 op 10 ondernemingen invloed op beslissingen over salarisregelingen en bij 2 op 10 over ontslagen.

De ondernemingen waar werknemers of hun vertegenwoordigers invloed hebben op de beslissingen, zijn vaker ook innovatiegerichte ondernemingen en ondernemingen die een competentiegerichte aanpak hebben (bijvoorbeeld veel opleidingen voorzien, werken met competentieprofielen of teamwerk en werknemers betrekken via werkoverleg of bij innovatie en kwaliteitszorg).

Digitaliseringen in ondernemingen

Meer dan negen op de tien hebben een website of zijn actief op sociale media en een kwart van alle ondernemingen biedt (een deel van) zijn producten of diensten te koop aan via een webshop. Digitale afwezigheid wordt een zeldzaamheid. In 2018 hadden twee op de tien ondernemingen geen website of webshop, in 2021 nog maar één op de tien. Het aandeel ondernemingen dat een website combineert met een webshop steeg in dezelfde periode van 15% naar 25%. De coronacrisis speelde daarin een rol.

De ondernemingen zelf zijn ook helemaal mee met het online kopen, digitaal bestellen is de standaard. Waar zij gemiddeld de helft van hun bestellingen (53%) online ontvangen, plaatsen zij zelf zeven op de tien (70%) bestellingen digitaal.

Uit de Ondernemingsenquête bleek eerder al dat innoveren de enige maatregel was die ondernemingen een grotere kans gaf om de coronacrisis goed te doorstaan. Dat neemt niet weg dat andere maatregelen, zoals online verkoop, geholpen hebben om erger te voorkomen. Hun producten of diensten online verkopen gaf ondernemingen die deels of volledig moesten sluiten of die de vraag zagen afnemen de kans om toch te blijven ondernemen.