Evoluties in de uitzendarbeid

Project status
Afgerond

Wat is de plaats van uitzendarbeid in een dienstgerichte economie en arbeidsmarkt? Op welke manier wordt uitzendarbeid in de huidige maatschappelijke en economische context ingezet? Door middel van een gespreksronde en een enquête bij ondernemingen en organisaties wil de Stichting haar inzicht in de toepassing van uitzendarbeid updaten.

Wat onderzoeken we?

Wat is de plaats van uitzendarbeid in een dienstgerichte economie en arbeidsmarkt? Op welke manier wordt uitzendarbeid in de huidige maatschappelijke en economische context ingezet?
Waarom maken ondernemingen al dan niet gebruik van uitzendarbeid? Wat zijn de voornaamste motieven voor de gebruikers? Welke verschuivingen zien we hier?
Op welke wijze worden uitzendkrachten vandaag ingezet? Hoe gaat men om met de gevraagde competenties van werknemers? Wat is de intensiteit van de inzet? Welke rol speelt of kan uitzendarbeid spelen t.a.v. de verschillende doelgroepen op de arbeidsmarkt? Wat is de positie en rol van uitzendarbeid binnen het kader van transitionele loopbanen? Welke aanpak is er t.a.v. doorstroom van werknemers?
Wat is de plaats van uitzendwerk en –kantoren in de vraag en het aanbod van rekrutering en selectie? Hoe is het aanbod van de uitzendkantoren geëvolueerd? Hoe hebben de uitzendkantoren zich georganiseerd om op de nieuwe uitdagingen een antwoord te kunnen bieden?

Werkwijze

Dit onderzoek zal bestaan uit een kwalitatieve ronde in de uitzendsector (sociale partners, bedrijven, sectorfederatie) in 2015 en een telefonische enquête bij ondernemingen in Vlaanderen in 2016 (streefcijfer een 1200-tal afgewerkte interviews). 

Timing

De gespreksronde bij ondernemingen, organisaties, vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties, uitzendkantoren en experts liep van januari tot juli 2016. De dataverzameling via de telefonische enquête liep van juni tot begin juli 2016. Het rapport is gepubliceerd in juni 2017.

Resultaten

Drie op de tien organisaties en ondernemingen hebben het voorbije jaar uitzendkrachten ingezet. Grote ondernemingen en de industrie zijn daarin koplopers. Ten opzichte van ruim tien jaar geleden is dat een status quo, maar onderliggend zijn een aantal verschuivingen merkbaar. Zo zijn er meer intensieve gebruikers en is het belang van vervangen en rekruteren toegenomen. Van de drie hoofdmotieven - vervangen, rekruteren en pieken opvangen - geven de helft van de gebruikers er twee of drie aan als belangrijk. Uitzendarbeid wordt dus voor een mix van motieven ingezet. Het aantal respondenten dat alle drie de hoofdmotieven als belangrijk aangeeft, is sinds 2000/2004 verdubbeld.

Naast de drie hoofdmotieven onderscheiden we ook de ‘comfortmotieven’: kenmerken van uitzendarbeid die wellicht op zichzelf niet voldoende zijn om voor deze vorm van flexibiliteit te kiezen, maar die wel een invloed kunnen hebben op de keuze. Tegenover 2000/2004 hebben elk van deze comfortmotieven aan belang ingeboet, waarbij de ‘gunstige inschatting van de prijs’ de grootste daling laat optekenen. Dat de ondernemingen en organisaties wat terughoudender zijn gaan kijken naar de inzet van uitzendarbeid heeft niet tot een daling van het gebruik geleid.