De indirecte werkgelegenheid van de houtindustrie

De indirecte werkgelegenheid van de houtindustrie

Werkgelegenheid is een sleutelindicator om het belang van een bedrijfstak in de economie te duiden. Werkgelegenheid omvat iedereen die in een bedrijfstak werkt, zowel werknemers (arbeiders en bedienden) als zelfstandigen.  De directe werkgelegenheid is de eigen werkgelegenheid van de houtindustrie. De indirecte werkgelegenheid ontstaat bij andere Belgische bedrijfstakken door de economische activiteit van de houtindustrie. Indirecte werkgelegenheid komt op twee manieren tot stand. Het indirecte werkgelegenheids-effect bij toeleveranciers wordt gecreëerd door bestellingen van de houtindustrie bij andere binnenlandse bedrijfstakken. Het gaat bijvoorbeeld om uitbestede taken als interim-arbeid en veiligheidspersoneel.
Het indirecte effect via consumptieve bestedingen ontstaat door de besteding van inkomen verdiend in de houtindustrie. Hierdoor ontstaat een werkgelegenheidseffect dat indirect toege-schreven wordt aan de houtindustrie. Werknemers uit de houtindustrie kopen bijvoorbeeld met hun loon goederen in supermarkten, en deze aankoop creëert indirecte werkgelegenheid bij deze supermarkten en hun toeleveranciers.