De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstakken garages en klein- en groothandel

De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstakken garages en klein- en groothandel

Een sleutelindicator om het belang van een bedrijfstak in de economie te duiden is de werkgelegenheid. Naast de eigen werkgelegenheid is ook de indirecte werkgelegenheid van belang. In het kader van het Sociaal-Economisch Rapport Vlaanderen van de SERV worden 20 bedrijfstakrapporten over indirecte werkgelegenheid opgemaakt die wekelijks voorgesteld worden. Deze week stellen we de handelsbedrijfstakken (garages, klein- en groothandel) voor. De eigen werkgelegenheid in deze bedrijfstak bedraagt in 1995 in totaal 592.000 personen, terwijl de indirecte werkgelegenheid oploopt tot 376.000 personen. Deze laatste personen werken in andere bedrijfstakken maar zijn afhankelijk van bestellingen door de handelsbedrijfstakken of van inkomen ontstaan in deze bedrijfstakken. In 2001 stijgt de directe werkgelegenheid licht naar 594.000 personen terwijl de indirecte werkgelegenheid daalt 367.000 personen. Verschillende ontwikkelingen spelen hierin een rol. De handelsbedrijfstakken zijn meer dan in het verleden afhankelijk van bestellingen door (vooral) industriële bedrijfstakken. Ook het aandeel van huishoudens langs de inkomstenzijde van de onderzochte bedrijfstakken gaat achteruit, wat vooral door de conjunctuur beïnvloed wordt. De traditionele taak van de handelsbedrijfstakken goederen aankopen bij de producenten en leveren aan de eindverbruiker verschuift dus meer naar een rol in de logistieke ketting van netwerken van bedrijfstakken.