Advies Steunpunten beleidsrelevant onderzoek

Op eigen initiatief
Advies Steunpunten beleidsrelevant onderzoek

Naar aanleiding van de evaluatie van de tweede generatie steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek (2007-2011) heeft de SERV zich beraden over de organisatie van de wetenschappelijke beleidsondersteuning in de toekomst. De SERV spreekt in zijn advies zijn voorkeur uit voor een globale aanpak waarbij voor een periode van vijf jaar per beleidsdomein en domeinoverschrijdend een onderzoeksprogramma wordt vastgelegd en uitgevoerd dat tegemoet komt aan de beleidsagenda. De beleidsrelevantie dient manifest te primeren.

Het is voor de SERV duidelijk dat een derde generatie steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek een rol te vervullen heeft. De SERV schetst verder in zijn advies de voorwaarden en modaliteiten waarbinnen vermelde steunpunten in de toekomst zo optimaal mogelijk dienen te functioneren.

Op een aantal punten acht de SERV aanpassingen in de werking van de steunpunten noodzakelijk:

  • de stuurgroepen dienen een grotere zeggingskracht te krijgen. De stuurgroepen moeten zowel de maatschappelijke kwaliteit, de beleidsrelevantie en de maatschappelijke validatie van het onderzoek daadwerkelijk bewaken, sturen en waar nodig bijsturen;
  • de sociale partners dienen via een dynamische stuurgroepwerking niet alleen bij de bepaling van de onderzoeksthema’s daadwerkelijk te worden betrokken maar ook bij de begeleiding/opvolging/valorisatie van het onderzoek;
  • waar relevant, dienen expertise-fora aanwezig buiten de academische centra een plaats te krijgen in de steunpuntwerking;
  • de efficiëntie van de ingezette middelen voor de werking van de steunpunten dient van nabij te worden bewaakt;
  • de valorisatie van de onderzoeksresultaten (beleidsmatig, maatschappelijk, academisch) is een essentieel onderdeel van het proces. Een doeltreffende ontsluiting van de onderzoeksoutput vormt hierin een eerste stap;
  • de grote uitdagingen waarvoor de samenleving staat in de toekomst (vergrijzing, duurzaamheid, armoede, milieu en gezondheid,..) hebben in toenemende mate raakvlakken met meerdere beleidsdomeinen. De organisatie van de steunpunten dient zodanig geschoeid dat ze nuttig bijdraagt aan de noodzakelijke domeinoverschrijdende aanpak.