Advies duurzaam gebruik pesticiden

Vlaams minister van Leefmilieu Natuur en Cultuur
Joke Schauvliege

Het ontwerp van Pesticidendecreet heeft tot doel een decretale basis te voorzien voor het Vlaamse pesticidenbeleid, het toepassingsgebied uit te breiden conform de Pesticidenrichtlijn, om een afwijkingsprocedure in te voeren, om de handhaving in het bestaande kader in te passen en voor een transparantere wetgeving. Omdat de aanpassing ingrijpend is, is gekozen voor een nieuw decreet dat eerder het karakter van een kaderdecreet aangemeten wordt.

De Raden gaan akkoord met de keuze voor een nieuw decreet. Ze bena-drukken de noodzakelijke afstemming met het federale beleid. Beide moeten elkaar aanvullen om aan de Europese verplichtingen te voldoen.

Het voorliggende kaderdecreet is echter te vaag en vrijblijvend. Dat geldt voor de uitgangspunten, doelgroepen, gebruikers of toepassingen en ook voor de continuïteit van het lopende beleid. Daardoor zijn de uitvoerings-besluiten van strategisch belang en wensen de Raden er over te adviseren. De beleidsvisie over het pesticidengebruik – als er geen verbod geldt – moet starten vanuit een geïntegreerd beleid, gesteund op preventie en sensibilisering van de gebruiker

Omdat er verschillende definities voor 'pesticiden' gebruikt worden, pleiten de Raden voor éénvormigheid in en correct gebruik van de definities, con-form de Europese definities. Daarvoor vragen de Raden ook een grondige analyse van de Vlaamse wetgeving inzake het correcte gebruik van de terminologie. Ook op federaal niveau is een dergelijke analyse nodig.

Het toepassingsgebied van het ontwerpdecreet is ruimer dan dat van de Europese Richtlijn. Over dat toepassingsgebied stellen de Raden dat het niet afgezwakt mag worden t.a.v. het huidige beleid, maar tegelijk ook niet onbedoeld uitgebreid moet worden. De Raden wijzen enerzijds op het uits-luiten van gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico als potentieel alternatief voor producten die schadelijke actieve stoffen bevatten en an-derzijds op het niet overwegen ervan als voorkeur wanneer een afwijking wordt toegestaan.

De Raden vragen verduidelijking van het ontwerpdecreet omtrent het NAP. Het lijkt voor de Raad duidelijk dat de stuurgroep niet verantwoordelijk is voor het federale NAP. De Raden suggereren ook dat een nota met de visie van de Vlaamse Regering aan hen wordt voorgelegd bij het begin van het traject dat tot een nieuw NAP moet leiden. De adviesvraag kan dan geka-derd worden in het openbaar onderzoek.

De Raden stemmen er mee in dat het toezicht op en de handhaving van het Pesticidendecreet wordt geïntegreerd in het DABM. Zij vragen om een evaluatiebepaling in het decreet op te nemen over de wijze waarop de handhaving is toegepast en eventueel het decreet daarop aan te passen. 

Contactpersoon: Annick Lamote