De Vlaamse Regering wil de doelgroepvermindering voor oudere werknemers die aan de slag zijn verhogen van 59 jaar (2022) naar 61 jaar (2024) en voor de aanwervingsincentive van 56 tot 58 jaar. De SERV gaat niet akkoord met deze besparing. Het is tijdens deze legislatuur al de tweede keer dat er bespaard wordt op de doelgroepvermindering. De RSZ-middelen die vandaag worden ingezet voor retentie verdwijnen hierdoor voor een groot deel. Het betekent een de facto loonkostverhoging voor werkgevers. Komt de besparing er toch dan willen de Vlaamse sociale partners de vrijgekomen middelen behouden binnen het arbeidsmarktbeleid (o.a. voor oudere werknemers). Ze vragen hierover verder overleg.
Verder wil de Vlaamse Regering de leeftijdsgrens optrekken van de aanwervingspremie voor langdurig werkzoekenden van 56 tot 58 jaar. Dat is een goede zaak omdat zo de 56- en 57- jarigen niet uit de boot vallen voor het doelgroepenbeleid.Om tot een gerichter en duurzaam doelgroepenbeleid te komen vraagt de SERV echter een omvorming van de aanwervingsincentive naar een RSZ-korting (of doelgroepvermindering) voor langdurig werkzoekenden. Dat was al afgesproken met de Vlaamse Regering in het VESOC-akkoord Alle hens aan dek (december 2020). De SERV vraagt ook om deze RSZ-korting uit te breiden naar alle potentiƫle werknemers die minstens twee jaar niet actief waren op de arbeidsmarkt. De SERV vraagt degelijke begeleidings- en opleidingsmaatregelen voor deze werknemers die langdurig niet-actief waren op de arbeidsmarkt.