Vernieuwde opleidingsinstrumenten nog te weinig bekend bij Vlaamse werknemers

Sinds de zesde staatshervorming is Vlaanderen bevoegd voor de opleidingsinstrumenten voor werknemers. De Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners tekenden daarop in een VESOC-akkoord een vernieuwd opleidingsinstrumentarium uit dat opleiding kwaliteitsvoller moet maken en meer goesting doet krijgen om bij te leren tijdens de loopbaan. Hoever staan we na anderhalf jaar hervorming?

Vlaanderen moedigt werknemers aan om hun competenties te versterken en bij te leren tijdens de loopbaan. Het Vlaams opleidingsverlof, de opleidingscheques en het Vlaams opleidingskrediet bieden ondersteuning en spelen in op ‘geen tijd’ en ‘te duur’, twee grote hindernissen om niet deel te nemen aan een opleiding. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) evalueert de vernieuwde opleidingsinstrumenten positief maar ziet nog ruimte voor verbetering. De opleidingsondersteuning blijkt nog te weinig bekend bij heel wat werknemers, al is de geïntegreerde opleidingsdatabank met álle arbeidsmarktgerichte opleidingen wel een belangrijke verbetering. De sociale partners vragen om werk te maken van de voorgestelde verbeterpunten en de opleidingsinstrumenten te ondersteunen door meer draagvlak te creëren voor lerend werken, te sensibiliseren en werknemers te wijzen op de risico’s van competentieveroudering. Zo kunnen we de leercultuur in Vlaanderen een stevige zet geven.

SERV-voorzitter Ann Vermorgen: “Het Vlaams opleidingsverlof, de opleidingscheques en het Vlaams opleidingskrediet vormen een mooi pakket instrumenten om werknemers aan te zetten hun competenties te versterken en zo hun positie en kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Het eerste jaarrapport over het Vlaams opleidingsbeleid leert ons dat de hervorming een goede basis is. Willen we een écht opleidings- en loopbaanoffensief dat werknemers weerbaar maakt tegen de digitalisering, robotisering en crisissen zoals de coronacrisis dan komt het er op aan om de opleidingsinstrumenten verder te verfijnen en een aantal verbeteracties uit te voeren om van levenslang leren een echt succes te maken.”

Vlaams opleidingsverlof (VOV)

Het Vlaams opleidingsverlof vervangt het vroegere betaald educatief verlof. Een werknemer uit de privésector kan met het nieuwe opleidingsverlof een erkende opleiding uit de opleidingsdatabank volgen. Valt de opleiding tijdens de werkuren dan kan hij/zij in overleg met de werkgever op het werk afwezig zijn met loonbehoud. Na de opleiding betaalt de overheid een forfaitair bedrag terug aan de werkgever. Voor het schooljaar 2019-2020 werden 94.613 terugbetalingsaanvragen ingediend. Daarvan werden 52.436 dossiers goedgekeurd. 40.424 dossiers zijn nog in behandeling.

Er is zeker werk gemaakt van de beloofde administratieve vereenvoudiging vindt de SERV: omdat de overheid bekende informatie niet langer opnieuw opvraagt, is de administratieve rompslomp voor de vormingsinstellingen én de werkgevers verminderd. De terugbetaling gaat ook sneller door de invoering van een proactieve betalingsaanvraag. Alleen lopen de kosten voor de werkgevers op: daarom vraagt de SERV het terugbetaalde forfait te koppelen aan de indexering van het referteloon. Er moet ook een oplossing komen voor de situatie waarin de werkgever de loonkost niet terugbetaald krijgt wanneer de werknemer niet voldoet aan de voorwaarden van het VOV.

Uit de eerste onvolledige cijfers van het jaarrapport blijkt een grote toename van het opleidingsverlof uit te blijven. Daarom vragen de sociale partners het verlof beter bekend te maken en te onderzoeken wat werknemers tegenhoudt om hiervan gebruik te maken. Verder signaleert de SERV ook drempels voor interregionale mobiliteit. Gezien het Brussels Gewest het betaald educatief verlof aan het hervormen is, is dit het ideale moment om hen mee te krijgen met het Vlaamse systeem van VOV, suggereren de sociale partners. 

Opleidingscheques

Opleidingscheques proberen vooral de drempel ‘te duur’ weg te werken. Kort- en middengeschoolde werknemers kunnen met de opleidingscheques rekenen op een financiële tussenkomst in de kosten van een arbeidsmarktgerichte opleiding. Hooggeschoolde werknemers kunnen de opleidingscheques enkel aanvragen in het kader van loopbaanbegeleiding. In het schooljaar 2019-2020 ontving de Vlaamse overheid 19.028 aanvragen en keurde er 18.156 (95%) goed. Dat is een het laagste aantal sinds het bestaan van opleidingscheques. Ook het aantal unieke klanten en het bedrag aan aangekochte cheques daalt.

De Vlaamse sociale partners willen dat zoveel mogelijk werknemers opleidingscheques gebruiken. Zeker in het jaar van de opleiding (2021) en met het oog op de relance vraagt de SERV meer reclame te maken voor de opleidingscheques, vooral dan bij kort- en middengeschoolde werknemers. Ook actieve begeleiding voor werknemers die de cheques het minst aanvragen (o.a. 55+’ers) is op zijn plaats.  Bovendien vragen de sociale partners dat de Vlaamse Regering op zoek gaat naar budgettaire ruimte zodat opnieuw alle werknemers de cheques zonder beperkingen kunnen aanvragen.

Opleidingskrediet (VOK)

Als werknemers uit de privésector of de private social profit een opleiding volgen, kunnen ze bovenop het federale tijdskrediet een aanmoedigingspremie krijgen van de Vlaamse overheid. Dit opleidingskrediet wil werknemers financieel ondersteunen die zich willen bijscholen, heroriënteren of (her)kwalificeren in functie van de loopbaan en de arbeidsmarkt.

Door het verhogen van de aanmoedigingspremie en de mogelijkheid om nu ook voor 1/5de het werk te onderbreken voor opleiding ging de overheid ervan uit dat de populariteit van het opleidingskrediet zou stijgen. Dat is zeker het geval bij de werknemers uit de privésector (goedgekeurde dossiers 2019-20: + 17%) maar  veel minder het geval voor de social profit waar de aanvragen voorlopig in dalende lijn gaan (goedgekeurde dossiers 2019-20: -22%). Om het opleidingskrediet verder te stimuleren pleit de SERV waar mogelijk het automatisch toe te kennen of anders de werknemers die in aanmerking komen proactief te contacteren. De invoering van 1/5e onderbreking voldoet duidelijk aan een behoefte: 11% van de werknemers maakte er gebruik van.

Opleidingsdatabank met arbeidsmarktgerichte opleidingen

Een belangrijke verdienste van de hervorming is een aangepast en actueel opleidingsaanbod. Er bestaat nu één opleidingsdatabank met alle arbeidsmarktgerichte opleidingen waarvoor werknemers beroep kunnen doen op opleidingskrediet of -verlof of opleidingscheques kan aanvragen. Dat kan de SERV alleen maar toejuichen. De Vlaamse sociale partners doen een aantal suggesties zodat de databank nog beter kan inspelen op opleidingen die waardevol zijn voor de arbeidsmarkt.

Flankerend beleid

Ondanks het mooie pakket aan opleidingsinstrumenten en de geïntegreerde opleidingsdatabank, zetten Vlamingen in de praktijk nog te weinig de stap naar opleidingen. Dat is zeker het geval bij de kortgeschoolden, 55-plussers en niet-beroepsactieven. Vlaanderen moet dus dringend meer draagvlak creëren, sensibiliseren en werknemers wijzen op de risico’s van competentieveroudering. De Vlaamse overheid, sociale partners, sectoren en sectorfondsen, werkgevers en ondernemingen, werknemers en onderwijs- en opleidingsverstrekkers hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om deze leercultuur te versterken. Daarom dringen de sociale partners ook aan om de leer- en loopbaanrekening uit het VESOC-akkoord Alle hens aan dek snel uit te rollen. Deze maatregel moet op een digitaal loopbaanplatform de loopbaanbegeleidingscheques, de opleidingscheques, het Vlaams opleidingsverlof en het Vlaams opleidingskrediet zichtbaar maken voor iedereen die er recht op heeft. Dat kan een stevige zet geven aan de leercultuur in Vlaanderen.

Contact