Opiniestuk Duaal leren vereist een steviger fundering (De Tijd)

De Vlaamse Regering zet haar schouders onder het duaal leren, waarbij de opleiding van schoolgaande jongeren vooral op de werkvloer plaatsvindt. Een goede zaak, al laat ze het best de sectorale sociale partners en de ondernemingen van bij de opstart hun rol spelen en moet ze maximaal lessen trekken uit de proeftuinprojecten.
Door Bruno Aerts (Verso), Caroline Copers (ABVV), Sonja De Becker (Boerenbond), Hugo Engelen (ACLVB), Hans Maertens (Voka), Karel Van Eetvelt (Unizo) en Ann Vermorgen (ACV), sociale partners vertegenwoordigd in de SERV.

Koning Filip organiseert morgen een symposium over duaal leren met de belangrijkste spelers uit het onderwijs, de vorming en de economie, onder wie ook de Vlaamse sociale partners. Bij leerlingen en werkgevers taant de belangstelling voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de leertijd, er is een gebrek aan werkleerplekken, de regionalisering van het industrieel leerlingwezen: het zijn voor de Vlaamse regering aanleidingen om met Syntra Vlaanderen een ‘werf’ te openen voor de bouw van een nieuwe ‘campus’ Duaal Leren.

We geven de ‘bouwheren’ van het duaal leren, de ministers Crevits (CD&V) en Muyters (N-VA), graag adviezen mee voor het bouwen en inrichten van de nieuwe ‘campus’.

Als sociale partners vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) vinden wij het duaal leren zeer belangrijk en volgen wij de bouw van de campus op de voet. Vlaanderen scoort veel te laag op vlak van interesse voor en uitstraling van de leerweg die leren op school en leren op de werkvloer combineert. In Duitsland kiest 60 procent van de leerlingen voor duaal leren, in Oostenrijk 40 procent, in Denemarken 19 procent en in Nederland 11 procent. In Vlaanderen is het aandeel 3,5 procent. Duaal leren kan nochtans een antwoord bieden op schooluitval en knelpuntberoepen en kan het BSO en het TSO opwaarderen.

Omdat wij geloven in de sterkte van duaal leren, geven we de ‘bouwheren’, Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) en Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA), graag twee adviezen mee voor het bouwen en inrichten van de nieuwe ‘campus’. Dat kan na de oplevering het optreden van scheuren en barsten in het gebouw, of erger nog, de onderbenutting van de campus vermijden.

Afspraken

Ons eerste advies gaat over samenwerking. Duaal leren is een vorm van leren deels op de schoolbank en deels op een werkleerplek in een onderneming. Duaal leren kan niet zonder werkvloeren en ondernemingen, zodat de campus zich zal uitstrekken over sectorale deelgebouwen in heel Vlaanderen. Tussen de sectoren, van tuinbouw over industrie tot zorg, de centra voor Leren en Werken en Syntra bestaan vandaag afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is en over wat op de school- en op de werkbank wordt aangeleerd. Sectoren en ondernemingen beschikken over ervaring en expertise in het organiseren van duaal leren en het aanleren van beroepstechnische competenties.

Een verstandige bouwheer maakt gebruik van bestaande afspraken en valoriseert expertise om ervoor te zorgen dat de deelgebouwen herkenbaar zijn en bemeubeld naar de wens van de gebruikers.

Een verstandige bouwheer maakt gebruik van bestaande afspraken en valoriseert expertise om ervoor te zorgen dat de deelgebouwen herkenbaar zijn en bemeubeld naar de wens van de gebruikers. Het overleg tussen werfleider Syntra Vlaanderen en de verschillende sectoren in de nieuwe sectorale partnerschappen zou eerder stroef lopen, en de mogelijkheden om in te richten naar eigen smaak zijn te beperkt. Eenvormigheid in de architectuur van de campus is belangrijk, maar leerlingen en lesgevers moeten er zich wel kunnen thuis voelen. Bovendien moet er ruimte zijn voor samenwerking tussen de sectoren zodat er toekomstgerichte opleidingen tot stand komen.

Haast

Ons tweede advies gaat over timing. Momenteel worden de bouwplannen verder uitgetekend en wordt het bouwterrein bouwrijp gemaakt. Via een voorlopige bouwaanvraag worden snel enkele ‘prefab-gebouwen’ - de proeftuintrajecten - neergezet om de eerste cursisten vanaf 1 september te ontvangen. Die proeftuintrajecten zijn nog niet volledig uitgewerkt en onvoldoende duidelijk, bijvoorbeeld over de hoogte van de leervergoeding en de vakantieregeling. Dat maakt het niet eenvoudig om ouders en cursisten, op een zucht van het nieuwe schooljaar, te overtuigen te kiezen voor de prefabcampus of om ondernemers te overtuigen hun onderneming open te stellen als werkleerplek.

De kans is groot dat er onvoldoende tijd en aandacht zullen gaan naar de evaluatie van de proeftuintrajecten, die twee jaar lopen. De bouwheren willen haast maken.

Tevens is de kans groot dat er onvoldoende tijd en aandacht zullen gaan naar de evaluatie van de proeftuintrajecten, die twee jaar lopen. De bouwheren willen haast maken: de campus Duaal Leren zou op 1 september 2017 feestelijk geopend moeten worden. De officiële opening doorkruist zo de proeftuinevaluatie. Dat de bouwheren snel vooruit willen siert hen en getuigt van daadkracht, maar als de funderingen onvoldoende stevig en juist zijn, volstaat wat oplapwerk achteraf niet. We vragen dan ook om maximaal lessen te trekken en eerst stevige fundamenten te leggen. We staan daarin niet alleen.

Tot slot wijzen we erop dat jongeren in het huidige stelsel Leren en Werken via voortrajecten en brugtrajecten in hun eigen tempo kunnen proeven van wat leren op de werkplek betekent. Het Vlaams onderwijs moet in de nabije toekomst ook die jongeren een aantrekkelijke ‘campus’ bieden, in de buurt van de campus Duaal Leren, zodat ze gemakkelijk de overstap kunnen maken. Want proeven doet eten. Zo bied je ook die leerlingen een perspectief om op eigen maat gekwalificeerd de stap naar de arbeidsmarkt te doen.

Contact