Milieuhandhaving kan efficiënter en effectiever

Om de Vlaamse milieuhandhaving effectief, efficiënt, coherent en rechtmatig te maken, adviseren SERV en Minaraad vier prioritaire werkpunten aan de Vlaamse Regering. Voer programmatorisch handhaven in, stel een doelgerichte handhaving centraal, werk de versnippering in het handhavingslandschap weg en verbeter de kwaliteit van de gemeentelijke milieuhandhaving.

 

 

  • Programmatorisch handhaven invoeren. De raden stellen voor om, naar Nederlands voorbeeld, programmatorisch handhaven te verplichten. De middelen en capaciteit zijn in de praktijk immers altijd beperkt. Dat maakt een risicobenadering noodzakelijk om goed prioriteiten te kunnen leggen.
  • Doelgerichte handhaving centraal stellen. Het eerste doel van handhaving moet niet de sanctionering van overtredingen zijn, maar wel de naleving van de wetgeving bevorderen. Dit vereist dat de kenbaarheid van de milieuwetgeving vergroot zodat de doelgroepen goed weten waaraan zich te houden, en dat de kwaliteit van de milieuwetgeving (ook vanuit handhavingsperspectief) verbetert. Een doelgerichte handhaving vereist verder dat de inzet van de beschikbare handhavingsinstrumenten en interventiemogelijkheden proportioneel is met de aard, omvang en gevolgen van de niet-naleving en dat wordt gekozen voor de interventiestrategie die tegen de laagste kosten het beste resultaat geeft.
  • Versnippering van het handhavingslandschap wegwerken. De handhavingsbevoegdheden zijn nog steeds verspreid over zeer veel actoren. Dat bemoeilijkt de organisatie van een effectieve, efficiënte en coherente handhaving. De raden vragen daarom een meer integrale handhaving (milieu en ruimtelijke ordening) en gecoördineerde inspecties.
  • Kwaliteit van de gemeentelijke handhaving verbeteren. Een aantal (vooral kleinere) gemeenten lijkt de ambities van het Milieuhandhavingsdecreet niet te kunnen waarmaken. De Vlaamse overheid zou de gemeenten beter moeten ondersteunen, op het niveau van de concrete dossiers maar ook en vooral op het vlak van de organisatie van de handhaving. Naar Nederlands voorbeeld kan ook intergemeentelijke samenwerking vooral voor kleinere gemeenten een mogelijkheid zijn om kwaliteitsverbetering te realiseren en een voldoende kritische massa op te bouwen.

Het advies bevat verder ook aanbevelingen bij een aantal specifieke instrumenten en bepalingen uit het Milieuhandhavingsdecreet, zoals de bestuurlijke transactie, de bestuurlijke dwangsom, de herziening van de lijst van milieu-inbreuken, het verzoek tot onderzoek van bestuurlijke maatregelen, het beroep tegen bestuurlijke maatregelen en de beslissingstermijnen voor de parketten.

Voor meer informatie: Peter Van Humbeeck (SERV) - Sandra Sliwa (Minaraad)