Voorzichtig herstel economische bedrijvigheid

De recentste sociaal-economische kernindicatoren voor Vlaanderen tonen een voorzichtig her-stel van de Vlaamse en Belgische economische bedrijvigheid in de eerste helft van 2016. Vooral de Vlaamse verwerkende nijverheid lijkt zich begin 2016 te versterken wat betreft toegevoegde waarde en tewerkstelling. Zo tekenen de bouw en industrie voor het eerst in meer dan vier jaar een lichte toename op van de werkgelegenheidscreatie. De Vlaamse werkloosheidsgraad nam begin 2016 af en het Vlaamse consumentenvertrouwen veert sinds april terug op. Toch blijft voorzichtigheid geboden. Zo blijft de internationale economische situatie onzeker, niet in het minst omwille van de Brexit. De verwachte Belgische en Vlaamse groeicijfers liggen bovendien nog steeds onder het EU-gemiddelde.

Groeicijfers kennen licht herstel

Het Belgische groeicijfer voor het eerste kwartaal van 2016 bedroeg 0,2 % t.o.v. het laatste kwartaal van 2015 (1,4 % op jaarbasis) en ligt daarmee lager dan gemiddeld voor de EU. Ook in het eerste kwartaal van 2016 noteren zowel de particuliere als overheidsbestedingen een quasi status-quo (0,1 %). De investeringen namen beperkt toe (+1,3 % op kwartaalbasis) terwijl de bijdrage van de netto-uitvoer tot de economische groei licht negatief was. De Belgische economische bedrijvigheid zal zich in het tweede kwartaal van 2016 wellicht verder versterken tot 0,5 % t.o.v. het eerste kwartaal van dit jaar.

De verwachte economische groei voor 2016 komt zo op 1,2 % voor België en 1,4 % voor Vlaanderen. In 2017 zou de Vlaamse groei aantrekken tot 1,7 %. De Vlaamse groei blijft, ook in de komende jaren, hoger dan in de andere gewesten. Toch blijft voorzichtigheid gewaarborgd. De internationale situatie blijft onzeker met onder andere een beperkt herstel van de economische activiteit in Europa en de mogelijke consequenties van Brexit. Actuele schattingen tonen dat de impact van de terreuraanvallen van 22 maart 2016 ongeveer -0,1 procentpunt bedraagt op het Belgische BBP.

Belgische inflatie blijft hoog

De Belgische inflatie, gemeten aan de hand van de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP), blijft hoog in vergelijking met onze buurlanden. De Belgische inflatie bedroeg in de eerste twee kwartalen van 2016 resp. 1,5 % en 1,6 % op jaarbasis. Onze buurlanden tekenen een nulinflatie of zelfs deflatie op. Redenen zijn mogelijks: de verhoging van de accijnzen op alcoholische dranken en diesel, de verhoogde elektriciteitsfactuur en de grotere stijging van de prijzen voor diensten.

De competitiviteit van de Belgische economie (gemeten aan de hand van de Geharmoniseerde competitiviteitsindicator) is licht afgenomen tegenover eind 2015.

Vlaamse industrie verstevigt zich

De Vlaamse industrie lijkt zich begin 2016 te versterken met voorzichtige groeicijfers wat betreft bruto toegevoegde waarde en tewerkstelling in het eerste kwartaal van 2016. De conjunctuur-verwachtingen in de industrie (enquêtecijfers) blijven evenwel over het algemeen status quo met het eerste kwartaal van 2016. Ook de bezettingsgraad van het productievermogen kent geen grote wijzigingen. De index voor industriële productie bevindt zich in de eerst helft van 2016 evenwel boven het niveau dat geobserveerd werd in 2015. In het eerste kwartaal van 2016 bleek ook de industriële tewerkstelling terug hoger dan eind 2015 (+0,1 %).

De stopzettingsgraad van bedrijven in het Vlaamse Gewest lag in het eerste kwartaal van 2016 met 0,65 % iets hoger dan eind 2015 (0,51 %) maar wel lager dan in het eerste kwartaal van vorig jaar (0,72 %). De oprichtingsratio van nieuwe bedrijven (0,99 % lag evenwel hoger dan de cijfers van alle kwartalen van vorig jaar.

Verdere afname werkloosheid

De werkloosheidsgraad nam sinds eind 2015 verder af tot een niveau van 7,1 % in juni 2016. De werkloosheid blijft evenwel vooral hoog onder jongeren (13,9 %). De werkloosheidsvooruitzichten van de Vlaming verslechterden nog gedurende de eerste maanden van 2016 maar ver-beteren terug sinds april.

De werkgelegenheidscreatie situeert zich ook begin 2016 voornamelijk in de marktdiensten en gezondheidszorg, al tekenen ook de industrie en bouwsector terug een lichte toename op in de eerste twee kwartalen van dit jaar, en dit voor het eerst in meer dan vier jaar. Openbaar bestuur en onderwijs kennen een dalende werkgelegenheid in deze periode. In de eerste helft van 2016 steeg de werkgelegenheid zo met 21.950 extra personen in vergelijking met 22.000 in de eerste helft van 2015, waarbij een brede werkgelegenheidsdefinitie gehanteerd wordt (wie één uur per week werkt wordt beschouwd als behorend tot de werkgelegenheid).

De loonkosten per eenheid product namen gedurende 2015 verder af tot een verhouding van 49,9 % en bevonden zich ongeveer op het niveau van het derde kwartaal van 2010 (toen 49,9 %). In de eerste twee kwartalen van 2016 werd de dalende tendens evenwel onderbroken en steeg de ratio terug tot 50,2%.

Toekomstvooruitzichten blijven precair

Het Vlaamse consumentenvertrouwen nam in de eerste maanden van 2016 af, maar veert sinds april terug op. Een gelijkaardige evolutie volgt uit de vooruitzichten (enquêteresultaten) van de

economische situatie in Vlaanderen. In vergelijking met eind 2015 nam ook het optimisme over de Belgische economische situatie sterk af. Sinds april is echter ook voor deze indicator een verbetering zichtbaar.

Het herstel van de economische groei zowel op Vlaams als Belgisch niveau inclusief een vertaling van die groei naar de arbeidsmarkt blijft de belangrijkste beleidsprioriteit voor de komende jaren. Het conjunctuurherstel lijkt zich vandaag nog niet bestendig te kunnen doorzetten en wordt mogelijks gehinderd door de onzekere effecten van enkele internationale ontwikkelingen (cf. Brexit) op de Vlaamse economie. Vlaanderen is namelijk kwetsbaar voor de gevolgen van de Brexit: het Verenigd Koninkrijk is onze vierde belangrijkste handelspartner. Erg ruwe (en on-zekere) schattingen stellen dat de impact op de groei van de Belgische economie in de periode 2016-2017 kan oplopen tot -0,3 tot zelfs -0,7 procentpunten. Uitspraken over de impact op (middel)lange termijn lijken evenwel erg voorbarig.